Een paar weken geleden, zoals je je waarschijnlijk wel kan herinneren, was de media kort opgewonden door een studie die onderzocht wat er voor zorgt dat iemand tevreden is over zijn of haar seksleven. Het draait kennelijk niet alleen maar om hoe vaak je seks hebt; maar ook om of je het vaker hebt dan anderen (kwaliteit was niet meegenomen). Tot zo ver eigenlijk geen grote verrassingen. We meten onze welvaart door dit te vergelijken met die van anderen. Waarom doen we dit ook niet met seks?
Je hebt het onderzoek zorgvuldig moeten lezen om een belangrijk probleem op te merken: tenzij je erg dunne muren hebt, of erg open vrienden, heb je geen idee hoe veel seks andere mensen hebben. Zoals ook door de auteur van het onderzoek opmerkte, kunnen wetenschappers alleen maar schatten wat de gemiddelde frequentie is in onderzoeken waarbij mensen makkelijk kunnen overdreven of liegen. En als je concludeert dat je meer of minder seks hebt dan anderen, bestaan die ‘anderen’ vooral in je hoofd.
Deze denkbeeldige mensen spelen een problematische, centrale rol in ons leven. In de afgelopen jaren, horen we constant weer dat bepaalde fenomenen ‘besmettelijk’ zijn: metaforisch gesproken, kun je door geluk ‘gevangen’ raken, maar ook door ongezonde eetgewoontes, of bepaalde meningen, van de mensen om je heen. Maar door de metafoor worden we afgeleid door het feit dat het in de meeste gevallen niet andere mensen zijn die je beïnvloeden, maar de impressies die je hebt gevormd over hoe een bepaalde vriendengroep is. Het is alsof je er van overtuigd kan zijn dat je een besmettelijke ziekte hebt opgelopen, puur vanwege je eigen overtuiging dat je vrienden het ook al gehad hebben.
Dit inzicht ligt aan de voet van wat bekend staat als ‘de interventie van sociale normen’, een ingenieuze techniek voor het veranderen van gedrag, onderzocht in een onderzoek van de New York Times uitgevoerd door Tina Rosenberg. Klassieke voorbeelden van het succes van het onderzoek zijn te vinden in pogingen van Amerikaanse universiteiten om overmatig drinken te stoppen. Ooit gebruikten universiteiten ‘scare tactics’, waarbij werd gewaarschuwd voor de helse consequenties van drinken. Totdat ze iets interessants ontdekten: of studenten nou veel of weinig dronken, ze overschatten massaal en consistent hoe veel andere studenten dronken.
Dus probeerden de autoriteiten een nieuwe strategie: advertenties die studenten er aan herinneren dat de meeste andere studenten, gematigd dronken. ‘Tweederde van de studenten aan de Northern Illinois Universiteit… drinken vijf of minder glazen wanneer zij uitgaan’. Het resultaat was dat de drankconsumptie langzaamaan daalde. Soortgelijke positieve resultaten zijn geboekt met meldingen die uitleggen dat negen van de tien mensen hun belasting op tijd betalen, en dat de meeste mensen hun hotel handdoek opnieuw gebruiken.
Misschien hebben we een publieke informatie campagne nodig om ons te vertellen hoe veel seks onze vrienden en buren echt hebben. In de tussentijd, dient de sociale norm aanpak als een herinnering om te blijven nadenken over met wie je jezelf precies vergelijkt, en specifiek, of ze echt bestaan. We kunnen ten minste proberen ons te laten beïnvloeden door de echte herde, en niet een die we zelf bedacht hebben waardoor we ons nog slechter voelen ook. Je bent een volwassene; is het niet een beetje alarmerend om te zien hoe veel waarde je waarschijnlijk nog hecht aan je denkbeeldige vrienden?
Dit artikel door Oliver Brukeman verscheen voor het eerst in The Guardian