In 1993 lanceerden Tom Hodgkinson en Gavin Pretor-Pinney een jaarlijks magazine (eigenlijk meer een soort boek) genaamd ‘The Idler’, geïnspireerd door een serie essays van Dr Johson die gepubliceerd waren tussen 1758 en 1759 in the Gentleman’s Magazine. De Idler voert campagne tegen de werk ethiek met de intentie om de kunst van het niets doen, het zogenaamde ‘idlen’, iets te maken om naar te streven, in plaats van te bekritiseren.
Hodgkinson, een naar eigen zegge luie ouder, raadt aan dat kinderen zo vroeg mogelijk moeten meehelpen in het huishouden. Zoals hij zegt: ‘Kinderen zijn van nature bezige wezens en ouders zijn van nature lui, dus ik vind het logisch dat de kinderen het werk doen.’
In juni 2005 bezocht journalist Graham Burnett de Idler’s eerste (en waarschijnlijk laatste) workshop in Essex, Engeland. Hier leerde hij dat het concept van de Idler niet helemaal draait om luiheid, maar meer een antwoord is op de huidige ideeën van het druk bezig zijn.
Slachtoffers van de protestantse werk ethiek zouden graag zien dat al het werk onprettig is, en een noodzakelijk kwaad is om onze plek in het hiernamaals te verdienen. De Idler hiertegen ziet geen enkele reden om zijn hersenen niet te gebruiken om een leven voor zichzelf te organiseren, waar s pelen zijn werk is om zo een poging te wagen om zijn eigen kleine paradijs in het hier en nu te creëren.
We leven in spannende tijden, waarin veel banen op het spel staan. Hodgkinson geeft echter een positieve draai aan de bedreiging van ontslag, en zegt dat je niet werkloos bent, maar vrij bent van een baan.
De Idler claimt dat een baan hebben hetzelfde is als het zijn van een slaaf; je bedrijf is je meester en je interesses moeten overeenkomen met die van het bedrijf (als je doorbetaald wilt krijgen).
Ontslagen worden kan daarom ook bevrijdend zijn; iemand zal misschien gaan reizen, een boek gaan schrijven, dat ene gaan doen wat hij of zij altijd al had willen doen, een fortuin verdienen of doen waar je maar zin in hebt. Kortom, iets negatiefs ombuigen naar iets positiefs.
Natuurlijk zul je wel even moeten aanpassen nadat je je baan verliest, en moeten leren om je eigen geld te verdienen en daar extreem zuinig mee om te springen, maar dat is vrij makkelijk.
Zonder traditioneel werk, kun je heel veel geld besparen; je baan is waarschijnlijk je grootste kostenpost. Verdien in Engeland bijvoorbeeld 25,000 Pond en je bent gelijk 6.000 Pond kwijt aan belasting. De Idler streeft naar een land waarin geen banen zijn. Nu is dit natuurlijk overdreven, maar ik geloof dat ze ergens een punt hebben.
De wereld zit zo vol met berichten dat je moet streven naar het beste en maximale ontwikkeling, dat het misschien niet in je op komt om te streven naar iets wat daar onder ligt. ‘Hoe veel getalenteerde, hardwerkende mensen roken te veel en sporten te weinig. Hoe veel fitness fanaten scheuren hun knie tijdens het lopen van marathons?’
Het is algemeen bekend dat moderatie vaak de beste weg is. Moderatie met opzet is een goede strategie om perfectie te verslaan, en volgens de Taoïstische filosofie is niet te ver willen reiken de essentie van vrijheid. Want: ‘ Fill your bowl to the brim and it will spill; keep sharpening your knife and it will blunt . Je moet je grenzen kennen om de ruimte te vinden om te maneuvreren. Een andere Taoïstische schrijver, Bill Mason, schrijft dat ‘in het weten hoe ver je kunt reiken, je de perfecte vrijheid hebt om te kiezen precies hoe ver je binnen je bereik wilt gaan.’
Hodgkinson citeert Picasso: ‘Je moet altijd niet alleen binnen je kunnen werken, maar ook daaronder. Als je drie dingen tegelijk kunt behandelen, behandel er dan twee. Op die manier zul je de twee dingen die je wel doet met meer kundigheid uitvoeren en creëer je een gevoel van sterkte in reserve.’
Als het goed genoeg is voor Picasso, is het goed genoeg voor mij.
“Every man is, or hopes to be, an idler.”
Samuel Johnson.
Nigel Phillips